Ingrediƫnten
125 gram bloem
125 gram cakemeel
1/2 theelepel zout
170 gram koude boter, in blokjes
2 eieren licht geklopt
1 eiwit, als het deeg te droog is
8 grote appels
1/2 citroen
100 gram suiker, plus 1 eetlepel
1 vanillestokje, in de lengte gespleten
1,2 dl water
3 eetlepels boter, gesmolten
2 eetlepels abrikozenjam, opgewarmd
Bereiding
Meng de bloem, het bakmeel en zout 15 seconden in de keukenmachine. Zet de keukenmachine uit, voeg de boter toe en meng hem dan 30 seconden mee. Knijp in een stukje deeg als het deeg nog erg poederig lijkt. Als het uit elkaar valt, voeg je nog 2 eetlepels vocht toe. Meng het deeg nog 15 seconden. Vorm een bal van het deeg en zet 15 minuten in de koelkast. Schil de appels, halveer ze en verwijder de klokhuizen. Wrijf met de halve citroen over de appels. Doe het sap van de citroen in een grote pan. Snijd de helft van de appels in blokjes en doe ze in de pan. Voeg de suiker, het vanillestokje en water toe. Kook het mengsel al roerend met een spatel 15 minuten op matig vuur, tot de appels zacht zijn en al het vocht is verdampt. Laat de compote afkoelen en snijd de resterende appels in dunne plakken. Verwarm de oven voor op 190 graden. Roel het deeg uit die 5 cm groter is dan de vorm (22cm). Doe de compote in de taartvorm. Leg de appelpartjes dakpansgewijs op de taart. Bestrijk de appels met gesmolten boter en strooi er 1 eetlepel suiker over. Bak de taart in 1 1/4 uur goudbruin. Bestrijk de warme taart met de abrikozenjam.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten